Als je onderwijs perfect is, heb je geen toetsen nodig

Maar steeds als je toetsen afneemt, ontdek je dat dat nog niet het geval is…

In de breedste zin van het woord draait onderwijs om het gewenste resultaat, zelfs als dat gewenste resultaat een goed proces is. Toch roept het woord resultaat in het onderwijs onmiddellijk associaties op die te maken hebben met cijfers, percentages en toetsen. In een land waarin ook de onderwijs-inspectie deze koppeling expliciet legt in OR1 Resultaten is dit niet verwonderlijk. Met de twijfelachtige waarde die dit soort resultaten daarmee krijgen zijn we meteen op het terrein van de voorstanders en tegenstanders van toetsen in het algemeen. En daar wil ik even wegblijven…

Want perfect onderwijs heeft geen toetsen nodig. Als je ieder kind in beeld hebt, ieder kind een passende aanpak biedt en met ieder kind passende (brede) resultaten bereikt, weet je dat je goed zit. Om e.e.a. af te bakenen richt ik me in deze serie op de resultaten voor lezen, taalverzorging en rekenen.

Beheersing op vier niveaus

Om te weten of je voor lezen, taalverzorging en rekenen het juiste onderwijs hebt geboden, kun je de beheersing checken op vier niveaus. Dat checken kan op verschillende manieren, van observatie en gesprek tot (formatieve) toetsing. De manier waarop je dit doet laten we even vrij.

Hieronder per niveau een korte reflectie.

Niveau 1: Beheersing van de lesdoelen

Het eerste wat je wilt zien, is dat alle leerlingen ieder lesdoel beheersen. Dat roept uiteraard de vraag op welke lesdoelen dit zouden moeten zijn. Voor nu gaan we er even vanuit dat de aangeboden lesdoelen de juiste zijn. Je wilt dan zien dat ieder kind ontdekt wat het moet ontdekken, onthoudt wat het moet onthouden, begrijpt wat het moet begrijpen en toepast wat het moet toepassen, analyseert wat het moet analyseren, evalueert wat het moet evalueren en creëert wat het moet creëren. Zolang dat voor een leerling niet het geval is, weet je dat je onderwijs voor deze leerling nog niet perfect is. Hier gaat het om o.a. goed lesgeven, het tonen van hoge verwachtingen en controle van begrip.

Niveau 2: Beheersing van de blokdoelen

De lesdoelen staan niet op zichzelf, maar vormen samen een groter geheel waarvoor ik hier even de term ‘blokdoelen’ gebruik. Het is mooi als iedere leerling ieder lesdoel beheerst aan het eind van de les, maar oefening en herhaalde leerervaringen zijn nodig om de leerling te helpen na een aantal weken het grotere geheel te beheersen. Of de leerlingen de beheersing op het niveau van de blokdoelen hebben bereikt kun je weer op verschillende manieren in beeld brengen. Een van die manieren is de methodetoets. Voor een leerling die alle doelen beheerst, is het maken van zo’n toets goed te doen. Voor leerlingen waarvoor dat niet het geval is, kun je ook zonder toets de conclusie trekken dat de beheersing nog onvoldoende is en het onderwijs voor deze leerling dus nog niet perfect was. Het gaat helemaal niet om de toets, maar om de beheersing van de doelen. Daar ben je als het goed is iedere dag van de afgelopen periode mee bezig geweest en je weet wanneer leerlingen zover zijn dat ze dit in een toets kunnen laten zien. Tot die tijd is er werk aan de winkel: o.a. extra leerervaringen, goed observeren en extra oefenen.

Niveau 3: Beheersing van de leerlijn

Ook de blokdoelen staan niet op zichzelf, maar zijn onderdeel van het grotere geheel van de leerlijn voor een vakgebied. Het is mooi als de leerlingen na oefening alle blokdoelen beheersen, maar er is herhaling en uitbreiding nodig om te zorgen dat de beheersing van de blokdoelen uiteindelijk leidt tot beheersing van de leerlijn. Een van de manieren om die beheersing van de leerlijn in beeld te brengen is het afnemen van niet-methodetoetsen. Er zijn grote verschillen in de uitgangspunten van de gebruikte toetsen. In ieder geval verwachten we minimaal de beheersing op ‘functioneringsniveau’ voor alle leerlingen. Net als bij de methodetoetsen verwacht je bij perfect onderwijs dat iedere leerling in staat zal zijn dit op een niet-methodetoets te laten zien. Dat betekent wel dat de leerlingen na het behalen van de blokdoelen regelmatig opnieuw met deze doelen aan het werk moeten zijn geweest. Daarbij gaat het niet om het ‘oefenen’ van de leerdoelen zoals je tijdens het blok doet. Het gaat hier om het doelbewust laten ophalen van de voorkennis en de zelfregulatie van de leerlingen bij het kiezen van oplossingsstrategieën (retrieval practice). Voorbeeld: Tijdens het ‘oefenen’ van een nieuw type som is het in het begin helpend om meermaals hetzelfde type som aan te bieden om dit goed in te oefenen. Tijdens het ‘herhalen’ van beheerste doelen is het juist belangrijk om verschillende typen sommen door elkaar aan te bieden, zodat de leerling bij iedere som moet nadenken wat een goede aanpak is voor deze som. Zo bekeken is het dus niet meer dan logisch dat in een niet-methodetoets allerlei verschillende vragen bij elkaar komen. En ook hier geldt weer: de toets laat zien of jouw onderwijs voor deze leerling was wat deze leerling nodig had om tot beheersing van de leerlijn te komen. Dat kun je natuurlijk ook zonder toets bepalen, want de uitslag is als het goed is geen verrassing.

Niveau 4: Beheersing van de einddoelen

Uiteindelijk komen de leerlijnen uit op minimaal de beheersing van de einddoelen voor lezen, taalverzorging en rekenen: de referentieniveaus 1S en 2F. Even los van de waarde van de referentieniveaus op zich en de manier waarop deze worden gebruikt, kun je in ieder geval zeggen dat voor leerlingen die alle lesdoelen, blokdoelen en leerlijnen beheersen, het behalen van deze referentieniveaus een vanzelfsprekendheid zal zijn. Opnieuw is er geen (doorstroom)toets voor nodig om dit in beeld te brengen. Inmiddels heeft de school een jarenlange ervaring met een leerling en weet de leerkracht hoe het onderwijs zo op deze leerling kan worden afgestemd dat deze leerling tot beheersing van de doelen komt. Of speelt hier inmiddels wat anders?

Geloof jij dat ieder kind ‘alles’ kan leren?

De kern van het probleem met al die toetsen ligt niet in het checken van de beheersing van de leerdoelen. De kern van het probleem ligt in het zien van een toetsresultaat als een kindkenmerk in plaats van een kenmerk van de effectiviteit van het geboden onderwijs. Als een kind zijn resultaat ‘wordt’, wordt een toetsresultaat bepalend voor wat je verwacht dat een leerling aan beheersing kan bereiken. Dit gebeurt in de les met de lesdoelen, dit gebeurt in methodetoetsen met de blokdoelen, dit gebeurt in de niet-methodetoetsen met de leerlijn en uiteindelijk met de doorstroomtoets op de referentieniveaus. Als wij geloven dat ieder kind ‘alles’ kan leren, zoeken we na iedere toets naar manieren om ons onderwijs te verbeteren. Als wij geloven in toetsresultaten, zien we na iedere toets de bevestiging dat er leerlingen zijn die niet ‘alles’ kunnen leren. En als we dat eenmaal zien, blijven we het zien tot het zelfs ‘logisch’ wordt dat er kinderen zijn voor wie het behalen van 1S en 2F niet haalbaar is. En laten het nu juist vooral de leerlingen uit ‘achterstandssituaties’ zijn voor wie dit het meest ‘logisch’ is…

Geloof dat het wél kan en maak het verschil!

Kijken naar resultaten 1 – Als je onderwijs perfect is, heb je geen toetsen nodig

Kijken naar resultaten 2 – Ga de strijd aan met de normaalverdeling in het onderwijs

 

Binnenkort verschijnen de volgende delen in deze serie:

  • Het gaat niet om hoe hoog de lat ligt…
  • Kijken naar passende resultaten
  • Kijken met LIB
  • Kijken met IEP

Klik hier voor meer informatie over deze masterclass.

Eens verder praten over resultaten?

Fijn om even te klankborden…

Deze website geeft je een eerste indruk van waar Puzzel Mij voor staat. Vanuit het motto Kwaliteit is mensenwerk! werken wij aan onderwijskwaliteit, onderwijskundig leiderschap en sterke teams. Neem contact met ons op om te ontdekken wat we daarin voor jouw school/organisatie kunnen betekenen.

Schakel JavaScript in je browser in om dit formulier in te vullen.